• Voetbal door de jaren in Bunnik

    Geschiedenis van voetbal in Bunnik

     

     

    In 1930 waren er in Bunnik 1684 inwoners. Het dorp was verdeeld in protestanten en 

    katholieken. Deze twee groepen hielden elkaar in evenwicht. De verzuiling van de jaren 

    voor de oorlog had tot gevolg dat er een voetbalclub kwam die katholiek was.

     

     

    Tussen voetbal en kerk was een hechte band in deze tijd. Men voetbalde met alleen katholieken tegen

    alleen katholieke tegenstanders. Er was geen afdeling van de K.N.V.B. waarin elke club speelde, maar de R.K.U.V.B. (Rooms Katholieke Utrechtse Voetbal Bond).
    De eerste wedstrijd werd in 1931 gespeeld tegen Fortissimo. Dat betekende de eerste keer georganiseerd voetbal in Bunnik.

     

    © Afkomstig uit ´Bunnik in oude ansichten´ door Jan Th. M. Oostendorp.

     

     

    EMS (Eendracht Maakt Sterk); 1929 - 1973

     

     

    Het is onduidelijk wanneer voetbalvereniging EMS precies werd opgericht. In de literatuur komen twee jaartallen voor wanneer er voor het eerst gevoetbald werd in Bunnik: 1929 of 1930.

     

     

    Met veel moeite kreeg men van Klaas van Bentum een stuk hooiland te gebruiken als hij dit zelf niet nodig had. Zelf had men er een paar doelen in elkaar gezet. Dat het veld niet aan de afmetingen voldeed, was geen bezwaar. In de loop der jaren kreeg men de beschikking over een veld achter de Barbarakerk, waarop koeien graasden die hun uitwerpselen overal deponeerden.
    Hoewel het de meesters waren die voetbal op poten hebben gezet, was voetbal niet iets voor de jeugd. Er waren 2 senioren-elftallen en een jeugdelftal. Dat jeugdelftal bestond uit jongens van 16/17 jaar. Bunnik was een klein dorp waarin iedereen elkaar kende. Er was overwegend landbouw, maar er was in de loop van de eeuw wat kleine industrie bijgekomen. Van de katholieke bevolking was zo´n 20% van de gezinnen actief betrokken en er was veel belangstelling voor de club. De contributie werd elke week opgehaald door enkele aktieve leden en bedroeg ƒ 0,10 per week.

    Citaat uit de notulen in de beginjaren van EMS: "Hierna kwam het woord aan de geestelijke adviseur, die waarschuwde tegen het gebruik van ruwe taal en het aanmoedigen in ruwe termen. Ook wees hij erop, dat lid-zijn van een katholieke voetbalclub niet kon samengaan met gemengd dansen."

    De mobilisatie tijdens de oorlog maakte het in Bunnik niet mogelijk door te voetballen. Er waren te weinig jongelui. Dat hield niet in dat er niet werd gevoetbald. In Houten had met nog een grote club. Deze bleef in de oorlog bestaan. Leden kwamen uit de hele buurt en ze voetbalden nog tot 1942, daarna was het definitief gedaan met het voetbal in de streek. Velden waren niet meer beschikbaar en het was steeds moeilijker om een elftal op de been te krijgen en om tegenstanders te krijgen.

    Citaat: "Vier nieuwe ballen werden aangeboden (...) op voorwaarde, dat er voortaan niet meer gevoetbald zou worden op klompen. (...) Daarna werd nog hevig gedebatteerd over de aardappelen-kwestie."

     

     

    Na de oorlog in 1945 kwamen er weer stemmen op om weer eens tot een voetbalclub te komen. Men wees een bestuur aan en door het doorvertellen kwam men aan leden. Als oprichtingsdatum telt 13 september 1945.
    Het veld van voor de oorlog was alleen in gebruik genomen door de koeien en was niet geschikt als voetbalveld. Het veld moest geëgaliseerd worden. Dit bleek veel werk, maar Christiaan `Krik´ de Jong, die voorzitter van EMS was van 1946 tot 1957, kreeg het voor elkaar om een kamp gedetineerde NSB-ers aan het werk te stellen.

    Citaat: "Stemming aanname niet-katholieke leden in 1946. Voor 28 - Tegen 3 - Blanco 2"

    In 1949 had EMS de beschikking over twee terreinen achter de kerk en in 1958 werd verhuisd naar de Tolakkerlaan. Er ontstond een nieuw fenomeen: clubhuis. EMS bouwde een stenen clubhuis aan het begin van het complex, het is nu nog steeds in gebruik als "de Slagpen".

    "Soep met ballen", dat stond boven het bericht dat in vrijwel alle Nederlandse kranten heeft gestaan. EMS voetbalde tegen Vreeswijk en het ongeluk wilde, dat een ruit van een van de nieuwe woningen bij de kerk werd ingeschoten en de bal in de soepterrien belandde van de familie, die juist smakelijk wilde gaan eten.

    Een trainingsveld kende EMS niet. Er werd getraind op een stuk moddergrond gelegen achter het (huidige) derde veld. De conditie was natuurlijk uitstekend, want de spelers gingen tot de knieën door de modder. De televisie kwam er zelfs aan te pas. De zoon van John Annink, Hans, werd met een flinke portie modder ingesmeerd en verscheen zo op de buis bij Ria Bremer. hij pleitte voor een nieuw trainingsveld. De gemeente Bunnik gaf toen echter (nog) geen gehoor.

    EMS kende alleen zondagvoetbal en speelde jarenlang in de vierde klasse K.N.V.B. EMS degradeerde vlak voor de fusie naar de afdeling.

    (tekst is deels overgenomen uit jubileum-uitgaven uit 1985 en 1995; o.a. Ries Achterberg)

     

    Mei 1952. Staand v.l.n.r. Han Peperstraten, Gerard de Kruijf, Kees van Doorn, Jan Oostendorp, Gerard van de Kant, Nico de Jong, Bart Bosch, Gerrit van de Belt en (erelid) Gradus Schaap. Gehurkt vlnr Adriaan Oostrom, Herman van de Brug, Adriaan van de Brink, Fons Strik en Co Edelbroek.

     

     

    V.v. Bunnik (voorheen SVB); 1930 - 1973

     

     

    Volgens het boek "Bunnik, Odijk, Werkhoven toen en nu" geschreven door Arie van der Gaag, voetbalde het neutrale DWV (Door Wilskracht Vooruit) vanaf 1930 op een weiland dat regelmatig door koeien werd bezocht.
    Na de oorlog wordt gesproken van V.v. Bunnik.
    Erelid Gijs van Lunteren weet te melden dat de naam zou moeten zijn SVB (SportVereniging Bunnik).

     

     

    De geschiedenis van V.v. Bunnik begon vlak na de oorlog op een boerenhobbelveldje langs de spoorlijn. Later kwamen daar de tennisbanen van Wijnmalen Hausmann, maar inmiddels fungeert het als bedrijfsterrein van de Vrumona en staat er een grote loods op. Dat veld eiste nogal wat zelfwerkzaamheden van de leden. Het stond namelijk regelmatig onder water en de koeien die er liepen verzuimden ook niet de nodige bemestingswerkzaamheden te verrichten. De Bunnik-mensen waren dan ook uiterset bedreven in het steken van gaten. Om het water te weren, werd er ook ijverig geëxperimenteerd met diverse drainages. Er werden takkenbossen ingegraven om de grond extra lucht te geven. Zelfs afgekeurde stoppen van de plaatselijke zekeringenfabriek werden als drainage gebruikt. Er was ook wasgelegenheid: aan de kant van de sloot stond een pomp. 
    Jaarvergeringen werden gehouden in een achterzaaltje van café Kees van Doorn bij het spoor. Café Van Doorn, het tegenwoordige restaurant De Oude Herberg, was het clubhome.

    Ome Henk Boekhout was een van de oprichters van v.v. Bunnik. Als bestuurslid heeft hij het 25 jaar uitgehouden.

    In 1958 verhuisde V.v. Bunnik naar de Tolakkerlaan, waar men ook met zaterdagvoetbal begon. Door het geringe spelersaanbod werd er niet echt hoogstaand voetbalgespeeld, maar wel geknokt en gevochten. Vanaf 1963-1964 kwam er geleidelijk wat jeugd over, zodanig dat er in 1965 een tweede elftal ontstond. Vanaf die tijd werd er ook getraind.

    Bunnik bouwde een houten clubhuis aan het eind van het veldencomplex richting Zeist.

     

     

    De fusie in 1973

     

     

    Tussen Bunnik en EMS heerste een grote rivaliteit, die zelfs bij het straatvoetbal meespeelde: na het "poten" zorgden degenen die moesten kiezen er altijd voor dat er op de straat weer een match van katholieken tegen "papenhaters" werd gespeeld. Al spoedig kregen de beginletters van de clubs een aangepaste omschrijving. EMS werd "Elf Makke Stieren" en DWV "De Wilde Varkens".

     

     

    In 1966 werd door de neutrale voetbalvereniging een vergeefse poging gedaan om tot een fusie tussen beide clubs te komen. Het duurde echter tot 1973 alvorens beide clubs werden verenigd in V.v. Bunnik´73.De algemene ledenvergaderingen van EMS en Bunnik hebben op 13 juni 1973 (?) beiden een fusiecommissie in het leven geroepen, welke zich tot doel hebben gesteld "om te komen met voorstellen, aan bestuur en leden van beide verenigingen, omtrent diverse belangrijke zaken, die bij een fusie aan de orde komen."

    De fusiecommissie bestond destijds uit:

    EMS: J. Annink, W. Bosch, J.H. Coffeng, A.J.P. v.d. Dungen, G. de Kruyf en J. de Looze

    Bunnik: G. Bodt, G. Bouquet, B. Lagendijk, J. Luypers, E. van Scherpenzeel en W. Versluis.

    In eerste aanleg werd voorgesteld om als naam BEC (Bunnik EMS Combinatie) te hanteren. Tevens werd als tenue voorgesteld: geel-blauw gestreept shirt, witte broek en blauwe kousen. Uiteindelijk is voor de naam V.v. Bunnik´73 gekozen en ging met met een blauwe broek spelen.

     

     

    Bunnik´73; 1973 - heden

     

     

    Na de fusie in 1973 ontstond een voetbalclub met zowel een jeugd-, dames-, zaterdag en zondagafdeling.

     

     

    Zaterdagafdeling:

    Tussen de jaren 1973 en 1988 bivakkeerde het eerste elftal van V.v. Bunnik´73 tussen de tweede en derde klasse afdeling Utrecht.
    In 1989 werd Hans Hol trainer van de selectie. Een aantal talentvolle jeugdspelers was overgekomen naar de zaterdagselectie. In het seizoen 1989/1990 werd V.v. Bunnik´73 kampioen en promoveerde het naar de 1e klasse van de afdeling Utrecht. Een seizoen later won V.v. Bunnik´73 een periodetitel en werden VVZ´49 en Eemboys verslagen in de nacompetitie. Een beslissingswedstrijd tegen Sperwer op het terrein van De Meern ging helaas verloren met 1-2. In de jaren erna kwam de het eerste zaterdagelftal in een negatieve spiraal terecht. 
    Na twee degradaties van het eerste elftal in 1993 en 1994 dreigde een leegloop in de selectie en is oud-speler Gerrit de Bruin trainer geworden. De negatieve tendens werd doorbroken en het enthousiasme kwam weer terug. Een kampioenschap werd behaald in 1998.
    In 2002 werd de selectie versterkt met 7 talentvolle jeugdspelers. Dit leidde in seizoen 2002-´03 tot een periodetitel. In de nacompetitie wist V.v. Bunnik´73 Odysseus´91 en VVA´71 achter zich te houden en promoveerde V.v. Bunnik´73 naar de vierde klasse K.N.V.B.

     

    Zondagafdeling:

    Vlak voor de fusie was het eerste elftal van EMS gedegradeerd uit de vierde klasse K.N.V.B. naar de afdeling. Eind jaren zeventig werd er onder leiding van trainer Koot weer aan de weg getimmerd. Dit leidde tot een kampioenschap en onder leiding van trainer Binkhuyzen promoveerde het eerste elftal naar de hoofdklasse afd. Utrecht. Na enkele jaren hoofdklasse, waar men steeds mee deed om de eerste plaats, kwam de belangrijke en nooit te vergeten kampioenswedstrijd tegen Sterrenwijk in 1986. Er was op het veld van Sterrenwijk zo´n 1.000 man publiek en Vv Bunnik´73 kwam op een 0-2 voorsprong. Toen was het hek van de dam. Er werden in en om het veld een paar rake klappen uitgedeeld en de scheidsrechter staakte de wedstrijd voor een kwartier. De spelers waren zodanig onder de indruk van het hele tafereel, dat na de hervatting Sterrenwijk op 2-2 kwam. Bunnik kwam wel weer voor met 2-3 door Martijn Siebenlist. Maar vlak voor tijd scoorde Sterrenwijk de 3-3, waarna er een nacompetitie moest worden gespeeld tussen Bunnik, vv Utrecht en Sterrenwijk. Bunnik verloor beide wedstrijden. Vv Utrecht en Sterrenwijk promoveerden. Weg kampioenschap en promotie??
    In de jaren erna gingen er veel bepalende spelers weg en degradeerde V.v. Bunnik´73 uit de hoofdklasse. Halverwege de jaren negentig werd onder leiding van trainers Wilbert Veenbrink en Hans Hol wederom successen geboekt en promoveerde V.v. Bunnik´73 d.m.v. een kampioenschap in 1996 naar vijfde klasse. (de afdeling Utrecht was inmiddels opgeheven). Een jaar werd meegedaan voor promotie naar de vierde klasse, maar in de nacompetitie bleek uiteindelijk Schalkwijk te sterk. 
    Begin 2003 bleek dat er te weinig selectiespelers meer zouden overblijven om voor het seizoen 2003-´04 een representatief standaard elftal neer te zetten, waardoor er geen andere keuze bleef om het eerste elftal terug te trekken.